Een tiental geconcentreerde gezichten kijkt. Van realiteit naar doek. Weer naar realiteit en weer naar doek. “Schilderen is kijken, nog eens kijken, goed kijken, beter kijken en blijven kijken”, vertelt Durieux. “Maar, de realiteit is de aanleiding van het werk maar de schilder is de baas. “
Groninger Doornik bevalt het in het Brabantse land. “Het is hier mooi en inspirerend. Vooral de populieren treffen me.” Beide docenten lopen rond om bij te sturen, uit te leggen en tips te geven maar Doornik heeft in de afgelopen drie dagen de watermolen op het doek vastgelegd.
Niet alle cursisten kozen de watermolen als onderwerp. Margriet Bierens heeft een laantje op haar doek met aan het eind een wit huis dat het oog treft. “Wat zie je?” vraagt Durieux haar. “Wat valt buiten de toon?” Ze knikt en tipt een andere kleur aan haar penseel. Bierens: “Schilderen is noodzaak voor mij. Hier krijg ik inspiratie en andere gezichtspunten.”
Ook de natuur rondom de molen is geliefd als onderwerp. Architect Annemarie Pors zet de Kleine Dommel neer. Dat betekent water en overhangende begroeiing. “Ik wil eerst de kleuren vangen. Het moeilijkst van buiten schilderen is het zonlicht. Dat is steeds anders. Iedere architect zou dit een keer moeten doen. Je concentreren op vormen, verhoudingen, het met de hand werken.”
De bijzondere locaties waar de cursus wordt gegeven, namelijk daar waar Van Gogh ooit schilderde, speelt alleen bij de cursiste uit Drenthe een rol: “Ik ben hier mede vanwege Van Gogh. Om eens te schilderen in Brabant. En ik was hier nog nooit geweest.”